“Liever niet”, zegt hij met zachte stem, de ogen neergeslagen. Dat was wat hij geantwoord had op de vraag van de roostermaker of hij op zijn vrije dag kon komen werken.
Herman is overbelast en balanceert op de rand van overspannenheid. Nog maar kort geleden is zijn moeder overleden en zijn vriendin is haar baan kwijt door een reorganisatie. Hij had zo uitgekeken naar een dagje niets hoeven.
Alles in hem riep duidelijk NEE, toen hij zijn collega aan de telefoon had gehad. “Maar ik wist hoe lastig het is om de roosters rond te krijgen.” gaat hij verder. “Dus als ik nee had gezegd had ik de rest van de dag met een schuldgevoel rond gelopen.”
“Het draaide erop uit dat ik die dag wel ben gaan werken. Aan het eind van de dag kon je me totaal bij elkaar vegen. Ik had het nooit moeten doen.”
Waarom is het zo moeilijk om nee te zeggen?
Wanneer was de laatste keer dat jij dat deed? “Ja” zeggen terwijl je eigenlijk liever “nee” had gezegd?
Precies. Op het moment dat je je verantwoordelijk voelde. Of omdat je bang was dat anderen je slap of niet aardig (of iets anders van je) zouden vinden.
Keuze
En begrijp me goed. Er is niets mis met af en toe de keuze maken om over je eigen grens heen te stappen om een ander te helpen. Als het maar een bewuste keuze is. En niet iets dat je als het ware is overkomen.
Hoe kun je dan toch op een gezonde manier je grens aangeven? Probeer de volgende tips
TIP 1: Begin je zin met het woord “Nee”
Dat is helder en duidelijk. Je neemt je gesprekspartner serieus door je grens aan te geven. Met Herman heb ik geoefend: Kijk de ander aan en begin je zin met het woord “Nee”. Vertel erbij dat je hem graag had geholpen maar dat je op dit moment even goed op jezelf moet passen. Dat je die vrije dag nodig hebt voor jezelf. We oefenen samen.
Hij krijgt het niet voor elkaar.
Hij krijgt het woord eenvoudigweg niet soepel uit zijn mond, het voelt té ongemakkelijk voor hem. Maar er zijn gelukkig meer mogelijkheden. Als het je echt niet lukt om op een assertieve manier ‘nee’ te zeggen…..
TIP 2: Zeg dan in elk geval géén ‘ja’
Om dit te oefenen gaf ik Herman een opdracht. Die ging zo: Zeg gedurende een hele dag op geen enkele vraag meteen “ja”. Je moet eerst nadenken en inschatten of je wel met heel je hart ja kunt zeggen. Kun je dat niet? Zeg het dan ook niet.
Nog een andere tip:
TIP 3: Denk mee met de ander
“Nee, ik heb het echt te druk met dat andere project om deze klus er ook nog bij te doen. Maar als je wilt, wil ik wil wel even met je meedenken om te kijken of we samen een goede oplossing kunnen bedenken?” Zo laat je de ander weten dat je je betrokken voelt zonder het meteen voor hem te willen (of kunnen!) oplossen.
TIP 4: Vraag bedenktijd
Als je bang bent dat je te snel “ja” zegt, maak er dan een gewoonte van om bedenktijd te vragen. Zeg bijvoorbeeld: “Leuk dat je me vraagt om die klus te gaan doen. Ik wil daar even over nadenken. Kunnen we er later op terug komen?”
Spreek dan het liefst ook af wanneer je collega erop terug kan komen. Zorg dat je intussen de tijd hebt om voor jezelf helder te krijgen of wat je antwoord zal zijn. Praat bijvoorbeeld met iemand over je dilemma of orden je gedachten en gevoelens in een schriftje.
Zo leer je om eerst na te denken. Uiteindelijk doe je dan meer dingen die echt bij je passen.
En daarmee zeg je toch vooral Ja tegen jezelf.